Dit nieuwsbericht is afkomstig van: Energeia.
Bij de aanleg van warmtenetten wordt nadrukkelijk gekeken naar goedkope technische oplossingen. Maar wat voorop zou moeten staan is een warmtenet dat fijn is voor burgers en hun buurten. Op korte en op lange termijn. Dan staan ze in de rij om een aansluiting te nemen.
Gebrek aan animo van bewoners blijkt steeds weer een struikelblok. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) constateerde dat warmtenetten weinig populair zijn: bewoners vinden het te duur, ze wantrouwen warmtebedrijven en ze willen niet vastzitten aan een monopolist. Groepen burgers willen bovendien geen restwarmte van fossiele productieprocessen of afvalcentrales, omdat ze niet passen bij een circulaire samenleving. Zo was er op 10 november een protest op het Haagse Malieveld tegen de zogenoemde “smeerpijp”, de Warmtelinq van Rotterdam naar Den Haag en Leiden.
Een rechtvaardige warmtetransitie vereist dat burgers het best mogelijke warmtenet krijgen. Een warmtenet dat voldoet aan hun wensen. Het gaat immers om hún huizen, hún investeringen, hún rekeningen en hún wijken. Veel burgers kunnen niet kiezen en zijn verplicht om gebruik te maken van het warmtenet, bijvoorbeeld huurders. Bovendien gaan er veel subsidies naar toe, die zij uiteindelijk ook weer grotendeels betalen.
Daarbij hoort dat burgers vanaf de eerste plannen fundamentele invloed hebben op de warmtetransitie, en hen niet pas achteraf om draagvlak wordt gevraagd. Verder hebben ze inzicht nodig in prijzen en kosten van warmte, zodat ze weten dat de tarieven redelijk zijn en de subsidies bovendien goed terechtkomen. Voorts hoort daarbij dat hun wensen en bezwaren serieus worden genomen. Alleen dan krijgen we aantrekkelijke en duurzame warmtenetten, waarop ze graag een aansluiting nemen.
Lees hier het originele- en volledige artikel zoals het op de website van Energeia is verschenen.
Dit nieuwsbericht is afkomstig van: Energeia.
Bij de aanleg van warmtenetten wordt nadrukkelijk gekeken naar goedkope technische oplossingen. Maar wat voorop zou moeten staan is een warmtenet dat fijn is voor burgers en hun buurten. Op korte en op lange termijn. Dan staan ze in de rij om een aansluiting te nemen.
Gebrek aan animo van bewoners blijkt steeds weer een struikelblok. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) constateerde dat warmtenetten weinig populair zijn: bewoners vinden het te duur, ze wantrouwen warmtebedrijven en ze willen niet vastzitten aan een monopolist. Groepen burgers willen bovendien geen restwarmte van fossiele productieprocessen of afvalcentrales, omdat ze niet passen bij een circulaire samenleving. Zo was er op 10 november een protest op het Haagse Malieveld tegen de zogenoemde “smeerpijp”, de Warmtelinq van Rotterdam naar Den Haag en Leiden.
Een rechtvaardige warmtetransitie vereist dat burgers het best mogelijke warmtenet krijgen. Een warmtenet dat voldoet aan hun wensen. Het gaat immers om hún huizen, hún investeringen, hún rekeningen en hún wijken. Veel burgers kunnen niet kiezen en zijn verplicht om gebruik te maken van het warmtenet, bijvoorbeeld huurders. Bovendien gaan er veel subsidies naar toe, die zij uiteindelijk ook weer grotendeels betalen.
Daarbij hoort dat burgers vanaf de eerste plannen fundamentele invloed hebben op de warmtetransitie, en hen niet pas achteraf om draagvlak wordt gevraagd. Verder hebben ze inzicht nodig in prijzen en kosten van warmte, zodat ze weten dat de tarieven redelijk zijn en de subsidies bovendien goed terechtkomen. Voorts hoort daarbij dat hun wensen en bezwaren serieus worden genomen. Alleen dan krijgen we aantrekkelijke en duurzame warmtenetten, waarop ze graag een aansluiting nemen.
Lees hier het originele- en volledige artikel zoals het op de website van Energeia is verschenen.