Dit nieuwsbericht is afkomstig van: Stroomversnelling.
Op 18 november heeft minister Hugo de Jonge in een brief aan de Tweede Kamer zijn plannen ontvouwd voor de invoering van gebouwgebonden financiering.
“Al enige jaren pleiten verschillende spelers in de energietransitie in de gebouwde omgeving ervoor om een gebouwgebonden financiering voor het verduurzamen van de eigen woning te ontwikkelen”, zo schrijft de minister.
In het kort houdt gebouwgebonden financiering in dat de financiële lasten voor de verduurzaming aan het gebouw zijn verbonden, en niet aan de huidige eigenaar. Op deze manier kunnen particuliere woningeigenaren die niet goed weten hoe lang ze in hun huidige woning willen blijven wonen, over de streep worden getrokken om hun woning te verduurzamen. In het Klimaatakkoord was afgesproken om dit mogelijk te maken, maar de minister schrijft dat het tot op heden niet lukte om gebouwgebonden financiering zodanig uit te werken dat het instrument voldoet aan de eisen van consumentenbescherming én goed uitvoerbaar is voor kredietverstrekkers.
Het kabinet wil nu een wetsvoorstel uitwerken dat een robuuste juridische basis geeft voor gebouwgebonden financierings- en ontzorgingsconcepten. Hiermee wordt gedoeld op artikel 1:20, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het financieel toezicht. Dit artikel bepaalt dat de wet niet van toepassing is als een krediet krachtens een wettelijke bepaling wordt aangeboden aan een beperkt publiek met een doelstelling van algemeen belang, tegen een lagere rente dan op de markt gebruikelijk of een rente die niet hoger is dan de marktrente en onder gunstigere voorwaarden.
Dit nieuwsbericht is afkomstig van: Stroomversnelling.
Op 18 november heeft minister Hugo de Jonge in een brief aan de Tweede Kamer zijn plannen ontvouwd voor de invoering van gebouwgebonden financiering.
“Al enige jaren pleiten verschillende spelers in de energietransitie in de gebouwde omgeving ervoor om een gebouwgebonden financiering voor het verduurzamen van de eigen woning te ontwikkelen”, zo schrijft de minister.
In het kort houdt gebouwgebonden financiering in dat de financiële lasten voor de verduurzaming aan het gebouw zijn verbonden, en niet aan de huidige eigenaar. Op deze manier kunnen particuliere woningeigenaren die niet goed weten hoe lang ze in hun huidige woning willen blijven wonen, over de streep worden getrokken om hun woning te verduurzamen. In het Klimaatakkoord was afgesproken om dit mogelijk te maken, maar de minister schrijft dat het tot op heden niet lukte om gebouwgebonden financiering zodanig uit te werken dat het instrument voldoet aan de eisen van consumentenbescherming én goed uitvoerbaar is voor kredietverstrekkers.
Het kabinet wil nu een wetsvoorstel uitwerken dat een robuuste juridische basis geeft voor gebouwgebonden financierings- en ontzorgingsconcepten. Hiermee wordt gedoeld op artikel 1:20, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het financieel toezicht. Dit artikel bepaalt dat de wet niet van toepassing is als een krediet krachtens een wettelijke bepaling wordt aangeboden aan een beperkt publiek met een doelstelling van algemeen belang, tegen een lagere rente dan op de markt gebruikelijk of een rente die niet hoger is dan de marktrente en onder gunstigere voorwaarden.