Met je buren eigenaar worden van een duurzaam warmtenet? Je hebt een bron nodig, een goed team en een behoorlijk lange adem. Grootste winst: zeggenschap. En er is bijvangst. ‘Dit is goed voor de sociale cohesie.’
Buurtbewoners vragen vaak aan Kirsten Notten waar ze moeten beginnen, als ze prille gedachten hebben over een duurzame lokale warmtevoorziening in eigen beheer. Notten werkt in de Zwolse wijk Assendorp mee aan de realisatie van zo’n warmtenet en is daarnaast betrokken bij Buurtwarmte, onderdeel van Energie Samen, de koepel van burgercoöperaties in Nederland.
Haar advies: maak de buurt er eerst eens rijp voor. ‘In Assendorp zijn we bijvoorbeeld begonnen met gezamenlijk energie besparen. Dat is namelijk altijd een goed idee. Bovendien kregen we op die manier een zekere mate van organisatie in de wijk. Per straat stelden we een ambassadeur aan. En we kregen goed zicht op het type huizen in de buurt en hoe je die, veelal oud en vaak ook nog enkelsteens, het beste van het gas af krijgt. Er zijn namelijk nogal wat varianten mogelijk.’
Voor een groep van honderd huishoudens in Assendorp wordt op dit moment de oplossing van een warmtenet in eigen beheer verkend, vertelt Notten. Daarmee is de wijk niet de enige. De laatste jaren ontstaan in Nederland steeds meer burgercoöperaties op dit terrein: in 2021 waren het er 78, in verschillende stadia van ontwikkeling. Een eigen warmtenet houdt in dat je als buurt, straat of wijk afscheid neemt van aardgas door de inzet van een lokale energiebron. Dat kan restwarmte zijn van bijvoorbeeld een supermarkt of fabriek, aquathermie (warmte van een rivier, meer, kanaal of rioolwaterzuivering), maar ook zonnewarmte via centrale collectoren in de wijk.